De Beagle pups worden In Groot-Brittannië opgevoed om te jacht op konijnen en hazen. Het is de bedoeling dat de hond het de konijnen en hazen vangen en doodbijten.

Thuis ontpopt hij zich als een echte ‘vrijkous’, lief voor iedereen. Maar buiten toont hij zich ‘jachthond’ en raakt in zijn element als hij tijdens een wandeling vol overgave snuffelend een spoor volgt, omdat hij vanouds als meutehond erop gefokt is het te schieten wild, zonder hulp van de mens, binnen te halen.

Beagles zijn behoorlijk stevig gebouwd. Als je van plan bent en Beagle aan te schaffen is het belangrijk dat je als toekomstige Beagle eigenaar het volgende weet.De hond heeft een eigenzinnig karakter en gaat graag zijn eigen gang! Dit maakt de hond daar in tegen wel tot en zeer leuke hond.

De Beagle is een ideale huishond. Het gezin is zijn roedel en hij is erg lief voor kinderen. De Beagle is klein en handzaam, zachtmoedig, evenwichtig qua karakter en een vrolijke en ondeugende rakker.

Door zijn vrolijke karakter is hij altijd in voor een spelletje. Een bak gevuld met touwknopen, spijkerbroekpijpen, doeken, tennisballen en toiletrolletjes zijn vaak zijn favoriete speelgoed.

Een Beagle heeft veel behoefte aan beweging. Naast de uitlaatbeurten moet hij dagelijks zo’n anderhalf uur kunnen wandelen en rennen.

De hond is een tricolor, dit houd in dat hij in 3 kleuren voorkomt: zwart, wit en lichtbruin; de meeste beagles hebben alle drie de kleuren. Oudere beagles hebben natuurlijk ook grijze haren. De beharing kent twee variëteiten: de gladharige en de ruwharige. Bij de gladharige is het haar glad, heel dicht en niet te kort. Bij de ruwharige zeer dicht, stekelig en draadachtig. De vacht is goed bestand tegen weersinvloeden. Sinds 1950 is de ruwharige beagle uit de rasstandaard geschreven en komt officieel niet meer voor. Ook komen er twee kleuren voor in bijv. lime, tan, zwart, geel en rood.